Nieuws

Internet kan de gitaarleraar nooit helemaal vervangen

De oude generatie ’zoldermuzikanten’ speelde eindeloos singletjes na. Tegenwoordig ga je het net op om je te bekwamen in gitaarspelen. Maar een echte leraar blijft handig, YouTube of geen YouTube.

 

Jenny Wren, een van Paul McCartney’s jongste liedjes, lijkt met enige via internet verkregen basiskennis een redelijk makkelijk nummer om zo op de gitaar te spelen. Een blik via YouTube op de spelende ex-Beatle bevestigt die indruk. Zijn linkerhand bij de kast beweegt rustig, de vingers van zijn rechterhand die de akkoorden vormen bewegen nauwelijks. De tekst, Like so many girls, Jenny Wren could sing, but a broken heart took her song away, kabbelt met de melodie mee. Een makkie voor de gitaartijger in spe, zo lijkt het.

Internet, dat zich steeds meer aanbiedt als vervangende gitaarleraar, kan je echter behoorlijk op het verkeerde been zetten. Via vele sites worden gitaarlessen aangeboden en allemaal doen ze een beetje alsof het een fluitje van een cent is. In een paar lessen heb je de basis onder de knie, is de belofte. De praktijk van het gitaarspelen is toch wat weerbarstiger. Bij Jenny Wren bijvoorbeeld loopt de leerling steeds de kans de verkeerde vingers op te tillen waardoor de gewenste akkoorden zich niet vormen en het liedje al na dertig seconden strandt. Niets is meer frustrerend voor de beginnende muzikant dan een song die voortdurend vastloopt.

Heb je dan meer aan een leraar van vlees en bloed? „Ik heb zelf ook de eerste noten gitaar leren spelen door het gewoon na te doen van de plaat, toen nog”, zegt Jan van der Plas, gitaardocent en schrijver van ’50 jaar Nederpop’ en ’De Muzikantengids’. „Liedjes van Bob Dylan en Neil Young, dat waren niet meer dan drie akkoorden. Dat was niet zo heel moeilijk. Veel jongeren leren het nog steeds zo op hun zolderkamer.”

Jaap Hoek heeft in zijn tienertijd ook door het eindeloos naspelen van singletjes gitaar leren spelen. „Het was blijven zoeken naar de juiste noten, uren en uren. Tot je het eindelijk gevonden had. Apetrots was je dan als je een nummertje kon naspelen”, zegt de voorzitter van EGTA.nl, de Nederlandse tak van de European Guitar Teachers Association. „Wat dat betreft ben ik jaloers op de huidige generatie jongeren. Die krijgen op internet alles op een presenteerblaadje aangeboden. Akkoorden worden door schetsjes verduidelijkt. Teksten met de bijbehorende akkoorden zijn overal te vinden. En dan is er nog YouTube. Daardoor kan je nu ook zien hoe de akkoorden worden uitgevoerd door de makers van de liedjes of door de velen die het naspelen.”

Uiteindelijk komt een aantal van die zolderkamergitaristen toch uit bij een leraar, hetzij op school hetzij in de buurt op privéles. „Alleen is maar alleen, er wordt je nooit een spiegel voorgehouden en je moet erg veel discipline hebben om dan dagelijks een uurtje te oefenen”, weet Ronald Seerden, coördinator van de gitaaropleiding van de Rock Academie in Tilburg. „Veel van die auto-didacten komen toch een keer bij een leraar uit. Muziek is communicatie. Het verbetert je spel als je met anderen oefent en speelt. Wat is er nou leuker dan samen muziek maken. Dat geeft ook een meerwaarde.” Seerden vervolgt: „Je kunt het ook positief benaderen. De eenlingen die het volhouden daar op die zolderkamer zijn erg gefocust. Door de weinige invloed van buitenaf hebben zij iets overtuigends. Maar zodra ze eruit komen en zich buiten hun eigen context manifesteren vallen ze door de mand. Je moet wel erg goed zijn wil die eigenheid iets opleveren.”

Anderzijds geeft Seerden aan dat het nemen van les bij een privé-leraar ook niet altijd alles is. „Met name de oudere generatie leraren, vaak geschoold op het conservatorium, geeft ouderwets les. Zij spelen voor, jij speelt na. En als je dat op dezelfde manier naspeelt ben je goed. Er wordt nauwelijks de vraag gesteld of de leerling dat ook leuk vindt. De leerling heeft zo maar één enkel referentiekader.”

Maar de leraren gaan meer en meer met hun tijd mee, gaan steeds meer popliedjes aanbieden, erkent Seerden. „Dat is ook de invloed van internet, YouTube met name. Bovendien bevordert dit medium de inbreng van de leerling. Waar vroeger geen eigen inbreng was, komt de leerling nu ook met zijn ideeën. Er wordt zo veel creativiteit aangeboord door dat YouTube. Het is een verzameling van gelijkgestemden. Dat is voor auto-didacten, met name jongeren van 18, 19, 20 zeer positief. Voor scholen is dat een geschenk. Die willen dat de leerling iets van zichzelf laat zien. Ik gebruik daarom YouTube in de klas.”

Hoek ziet daarom in internet niet echt een concurrent. „Het is aanvullend, het ondersteunt de leraar bij zijn activiteiten. Het is heel handig dat leerlingen al wat onderlegd zijn door internet voordat ze bij een leraar terechtkomen.” Van der Plas kan dat beamen. „Muziekonderwijs is vrijwel altijd iets geweest van de hogere kunsten. De dochter van de dokter die moeilijke stukken op de viool speelt. De naijleffecten daarvan zijn nog steeds zichtbaar. Maar ook de conservatoriumleraren raken steeds beter thuis in de popmuziek. Die moeten met hun tijd mee en internet speelt een grote rol.”

Het is niet voor niets dat juist de gitaar bij die emancipatie van de populaire muziek een rol heeft gespeeld. Hoewel het instrument lange tijd uitvoerder was van verheven hofmuziek, werd de gitaar uiteindelijk de vertolker bij uitstek van de volksmuziek. Mozart, de eerste ongebonden componist, neemt daarbij een prominente plek in en ook de Franse revolutie had invloed. De gitaar is als een laagdrempelig instrument ideaal voor populaire muziek: makkelijk te hanteren, niet zo duur en onhandig als een piano, zij straalt sfeer uit. Zonder gitaar geen blues bij voorbeeld, voor veel popmuziek toch de basis. „Rock ’n roll is gitaarmuziek”, beaamt Seerden van de Rock Academie. „Bij de aanmeldingen voor de academie is gitaar verreweg het populairst.” Gitaarleraar Hoek: „Een gitaar is heel toegankelijk. Kinderen kunnen op een kindergitaar al heel behoorlijk uit de voeten. Dat kan met andere instrumenten niet. Het heeft een leuk imago, ook dat het een makkelijk instrument is. Dat is het overigens niet, maar het idee dat je er zo mee kunt optreden in een idols-achtige omgeving, dat inspireert, dat maakt de gitaar cool.”

De gitaarspeler beantwoordt aan alle clichés, zegt popschrijver Van der Plas. „De basgitarist is een stabiele jongen die vaak erg zakelijk is. McCartney is daarvan een schoolvoorbeeld. De leadgitarist is gevoelig, kwetsbaar en de zanger/gitarist wil graag op de voorgrond treden.” Alleen jongens? „Ja, wel heel vaak.” Seerden van de Rock Academie bevestigt dat. „Gitaarspelen is voor jongens. Het is een testosteronachtig instrument. Jongens op gitaar, dat zijn toch vaak haantjes. De drummers loop je op de gang zo voorbij, de gitaristen zijn duidelijk aanwezig.” En de meiden? „Die hoeven niet zo nodig op de voorgrond, zijn eerder de stille kracht. Tenzij ze zingen en dat zie je steeds meer. Dat geeft dan wel een aparte dynamiek.” Van der Plas: „Sinds Anouk zie je steeds meer meiden in de popmuziek. Maar als ze een gitaar kopen, zie je dat ze er toch anders mee omgaan dan jongens: ze zingen graag en tokkelen dan op de gitaar de begeleiding.”

Met dank aan Peter van Nieuwkoop, gitaarleraar te Utrecht.